donderdag 30 juli 2015

Woensdag 29 juli: Zeemleer


Van ons stille plekje bij de fruitboer\teler met zijn vier (!) plekken vertrekken we al weer vroeg. We maken ons zelf wijs het wat rustiger te willen opbouwen en ja, na 20 km zitten we aan de koffie bij een stuurse Italiaanse, die mijn poging in haar taal te bestellen niet zo hogelijk waardeert als ons reisboek had voorspeld. Ik doe nog wel zo mijn best mijn "prego" en "grazias" zo fantasievol mogelijk af te wisselen in mijn daardoor ietwat binaire Italiaans.



De route volgt weer de lange afstand paden, we schieten lekker op tot die verduivelde wind weer opsteekt.



Om een uur is het zo snoeiheet dat we schuilen in de schaduw van een boom. Wat is er mooier dan dat? Eten, drinken, tukkie doen, hmmmm, maar aan dit hemelse niets doen komt na een uur een eind. Verder maar weer,  Verona wacht.



De bergen blijven prachtig. We vragen ons af waar de Dolomieten beginnen en de Alpen eindigen.

Tot 12 uur zijn de fietspaden vol, na één uur hebben wij het rijk alleen. De Italianen eten, rusten of doen stoute dingen.
Onderweg  speciale fietscafés en her en der kranen. Nu neemt Guido ook een 'douche'; je kleren zijn zo weer droog.

We krijgen nog een felle klim. We passeren een Vlaams stel met twee kinderen die, net als wij, de haarspelden trotseren. Zouden de schatjes het leuk vinden? Vast wel.

Op de camping in Verona is gelukkig nog een plekje. De plattegrond van de camping is bijna groter dan ons plekje.

 

Om ons heen hangt overal de was van binnenste buiten gekeerde fietsbroeken. Of de jaren zestig zijn teruggekeerd en het maandverband weer aan de waslijnen te drogen hangt, puilt het zeemleer provocerend naar buiten. Lekker hoor.

Van de camping in Verona is alleen de prijs gemoderniseerd. Op de douche is een vreemd alarm opgehangen. "Voor als er onverwacht water uitkomt?" denk ik  wantrouwig. Ook de oude hurk-wc is hier nog intact. Maar het is hier ook gezellig merk ik laat op de avond.

Verona. Ik ken de stad nog een beetje van een bezoek jaren terug. Van hoog kijken we op het fantastisch panorama van de rode daken en de snelstromende rivier. Wie heeft dit bedacht?


 Drie jongeren spelen op banjo en gitaar een lied van Dylan. Ik herken het lied en wacht op die slotregel die ik prachtig vind. 'Time is like an ocean, but it ends at the shore'. Zo is het en daarom moet je elke minuut benutten.
 
We lopen naar beneden, van de camping en het oude kasteel naar de  stad. 60 treden later zijn we beneden, net voor alweer onweer losbarst. 

Twee oude Duitse dames strompelen in ons café naar binnen en bestellen bier. Waarom moet ik bij dat oude stramme vrouwtje aan de BMD denken? De Bund Deutscher Mädel






We wandelen na het eten wat door de opademende stad, net als wij murw van de hitte van de lange dag. We genieten van het  stadse leven, een beetje geholpen door onze spirituale- en medicinale inname.  Wat kan je dorst hebben van zo'n dag.
We lopen en klimmen zestig treden terug.
 
 Uit de diepte van de stad klinkt een cello. Gemeen om zo op mijn gemoed te werken.






Om elf uur heerlijke muziek op het campingterras. Als een aso zit ik voor u te tikken, edele lezer. Dat moet ik wel weer afleren. 


2 opmerkingen:

  1. Hee mannen, leuke verhaaltjes hoor en jullie gaan voortvarend. (volgens mij schrijf je met bier op nog beter joost)
    goed voor de saamhorigheid(?) dat het stoeltje het begeven geeft. is het toch nog gelukt guido.
    veel fiets en ander plezier verder!
    huib

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie foto's. Nog even kop d'r veur mannen!

    BeantwoordenVerwijderen